1. Onkruid verwijderen

Het voorjaar is de ideale tijd om al het onkruid in je tuin te verwijderen.

  • Verwijder onkruid in deze periode. Doe dit zoveel mogelijk met de schoffel en de hand.
  • Indien je toch besluit om bestrijdingsmiddelen in te zetten, zorg er dan voor dat de temperatuur hoog genoeg is. Bij lage temperaturen en vochtige omstandigheden worden deze middelen namelijk niet goed opgenomen door de plant.
  • Hardnekkige, meerjarige soorten als zevenblad of paardenbloem kun je het beste in zijn geheel verwijderen, dus met wortel en al. Anders blijven ze in jouw tuin opduiken.
  • Onkruid groeit altijd op plekken waar voldoende plek is om te groeien. Bedek de grond daarom tussen de planten en struiken met cacaodoppen, boomschors of beplant grotere vlakken met bodembedekkers, die de grond in zijn geheel bedekken waardoor onkruid geen kans krijgt.

Onkruid

2. Gras maaien

Maart is de perfecte tijd om aan de slag te gaan met het maaien van je gras.

  • Als er een zachte winter is geweest, dan is de kans groter dat er in je gazon veel mos is gegroeid. Bestrijding van mos is het eerste waar je mee begint in het voorjaar. Dit kan door het mos te verwijderen met een verticuteerhark of -machine. Echter kun je ook een goede mosbestrijder strooien.
  • De zuurgraad van de grond is heel belangrijk voor een goed gazon. Strooi daarom ieder jaar 1 kg kalk per 10 m2 gazon. Dit voorkomt dat de zuurgraad (PH-waarde) zakt waardoor mos de kans krijgt. Bij aanleg van een nieuw gazon gebruik je de dubbele hoeveelheid kalk.
  • Het maaiseizoen is van maart tot oktober. Je kunt het beste gras maaien met droog weer. Maai gras ongeveer 1 keer per week. Als je ervoor kiest om het maaisel te laten liggen wordt het langzaam gecomposteerd en omgezet naar voedingsstoffen waardoor je minder hoeft te bemesten. Wanneer je het maaisel verwijderd zul je het gazon vaker moeten bemesten. Als je ervoor hebt gekozen nieuwe graszoden te leggen, maai dan de eerste keer op ongeveer 5 cm hoogte en daarna op 4 cm hoogte.

Speciaal voor gazonliefhebbers heeft Budgetplant een eigen, langwerkende gazonmest. Deze werkt 4 tot 6 maanden. De mest komt hierbij geleidelijk aan vrij waardoor het een langere werking heeft.

Gras maaien

3. Vaste planten snoeien

Vaste planten moeten in de lente teruggesnoeid worden. Snoei ook ná de bloei nog eens. Op deze manier gaan ze soms nog een keer bloeien. In het voorjaar (maart ongeveer) knip je oude delen van de vaste plant af met een haagschaar. De uitgebloeide planten hoef je in het najaar niet af te knippen.

4. Vaste planten border aanleggen

1. In de meeste tuinen zijn de borders hét domein van de vaste planten. Omdat je gewoonlijk slechts van één kant tegen een border aankijkt, bouw je ze op in hoogte. Vooraan komen de lage soorten (tot 40 cm), dan de middelgrote planten (tot 1 meter) en achteraan de soorten die hoger worden dan 1 meter.

2. Plaats vaste planten met minimaal drie stuks bij elkaar, zo komen ze het beste tot hun recht.

3. Combineer met groepjes van andere soorten. Als de bloeiperioden elkaar opvolgen, heb je het hele seizoen kleur in je tuin.

4. Gebruik speciale steunen en ringen om vaste planten op te binden. Als vaste planten volop in bloei staan, zijn sommige gevoelig voor harde wind.

Border

5. Moestuin aanleggen

Niets is leuker dan genieten van groenten en fruit uit jouw eigen moestuin. Zo kweek je in 4 stappen heerlijk biologisch fruit en groenten.

1. Het zaaimoment
Het juiste zaaimoment verschilt per soort. Het is belangrijk om de weersvoorspellingen in de gaten te houden. Wordt het onverwacht koud voor de tijd van het jaar? Wacht dan nog even met zaaien. Op de verpakking kun je per soort lezen wanneer het juiste zaaimoment is. Veel soorten kun je al eerder zaaien en binnen opkweken totdat deze buiten geplant kunnen worden.

2. De grond van een moestuin voorbereiden
Een goede en voedingsrijke grond is essentieel voor een succesvolle moestuin. Zorg er altijd voor dat het regenwater goed wegloopt en niet te lang op de grond blijft staan. Met tuinturf zorg je ervoor dat de grond meer water vast kan houden. Bereid de grond, het zaaibed, goed voor. De grond mag niet meer bevroren of té vochtig zijn. De zaadjes zouden dan niet goed kiemen. Hark de bovenlaag goed los en egaliseer de grond. Vergeet niet de moestuin regelmatig te bemesten, bij voorkeur met een organische meststof.

3. Niet te diep zaaien
Hoe dieper je zaait, hoe groter de kans dat de planten niet goed kiemen. Moestuinzaadjes hebben weinig diepte nodig. De stelregel is dat je een zaadje zo diep zaait als dat het zaadje groot is wanneer je het verticaal houdt. Dus is een zaadje 2 cm lang, zaai het dan 2 cm onder de grond.

4. Voorgetrokken plantjes
Je kunt er ook voor kiezen om voorgetrokken plantjes te kopen, deze zijn al opgekweekt en kunnen direct in de moestuin geplant worden. Let wel op; de meeste soorten zijn vorstgevoelig, dek ze daarom bij nachtvorst goed af.

Moestuin