Kleine Maagdenpalm

Kleine Maagdenpalm, ook wel bekend als Vinca Minor

De Vinca Minor onderscheidt zich door zijn donkergroene bladeren en blauwe bloemen die in het voorjaar hun kop opsteken. Van maart tot mei bloeit deze Maagdenpalm volop. Zijn glanzende, donkergroene bladeren, ovaal en breed gespitst, vormen een dicht tapijt. De bloemen, in een vijfpuntige ster vorm, versterken zijn aantrekkelijke uitstraling. Hoewel zijn uiterlijk anders doet vermoeden, bevat de Vinca Minor in grote hoeveelheden lichte giftige stoffen. Houd daarom huisdieren uit de buurt van deze plant.

Standplaats van de Vinca minor

Vinca Minor gedijt het beste in (half)schaduw, maar kan ook goed tegen de zon. Een beetje meer zon zorgt zelfs voor meer bloemen. De Maagdenpalm is ideaal als bodembedekker, doordat de uitlopers zich ondergronds verspreiden. Zelfs in zwaar beschaduwde gebieden vormt het een dicht groen tapijt, dat ongewenst onkruid weinig ruimte geeft. De plant wordt uiteindelijk ongeveer 15 cm hoog en kan goed gecombineerd worden met andere planten zoals varens en Liriope.

De herkomst van de Vinca minor

De Vinca Minor, beter bekend als de Kleine Maagdenpalm, komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied. Daar gedijt de plant zowel in de zon als in de schaduw, met een lichte voorkeur voor een enigszins vochtige grond. In het christendom is de plant aan Maria gewijd, en blauw is de heilige kleur van het christendom. In het verleden werden de planten vaak in een krans voor bruiden verwerkt. Hoewel de Vinca Minor oorspronkelijk niet in het wild in Nederland voorkomt, is hij inmiddels ingeburgerd en veelvuldig zichtbaar in Nederlandse tuinen.

Onderhoud en snoeien van Vinca minor

Vinca Minor is onderhoudsarm. Het is een bijna probleemloze plant die slechts af en toe bezoek krijgt van een paar bladluizen. Slakken en insecten laten de plant met rust. Om te voorkomen dat de bloemen verborgen raken onder hun eigen blad, is het raadzaam de plant eind maart of begin april te snoeien. Echter, jaarlijks snoeien is niet noodzakelijk.

Hoewel snoeien bij de meeste soorten niet nodig is, kan de Vinca Minor dit goed verdragen als het wel nodig is. Snoeien stimuleert de vertakking van de plant. Als u besluit de plant te snoeien, knip deze dan tot een derde of de helft terug. Na het snoeien kan wat organische mest geen kwaad. Volgroeide planten kunnen eenvoudig worden gestekt en opnieuw geplant. Dit verjongingsproces zal ook de bloei stimuleren. Stelen wortelen gemakkelijk in de grond en kunnen in het voorjaar of de vroege herfst gemakkelijk worden verplaatst.